De VARA ziet er uiteindelijk
van af, de NPS is volwassen en Nederland 3 lijkt weer verder
te kunnen.
Organisatiegedoe
De NPS profileert zich als een volwaardige omroeporganisatie
waar vooral de programma’s centraal staan. “Er wordt veel te veel
gepraat over de organisatie. Ja, daar doe ik aan mee. Maar het gaat
om de programma’s. Daar hoort het tenminste over te gaan.
Programmamakers moeten zo min mogelijk last hebben van
organisatiegedoe, laat mij maar degene zijn die zich daarvoor
inzet.”
Die dienstbare rol lijkt de NPS in een nieuwe politieke
discussie over het publieke bestel noodlottig te worden. Eind juni
2005, daags na de viering van het 10-jarig bestaan, maakt de
staatssecretaris van OCW haar voornemen bekend om de NPS op
te heffen, het gaat immers om de programma’s en niet om de
organisatie, luidt het kort door de bocht.
Voor Willem van
Beusekom een ontluisterende boodschap over de ‘publiekste
omroep van het publieke bestel’. De NPS blijkt opeens over een
onverwacht actieve achterban te beschikken, bijna 100 duizend
kijkers en luisteraars tekenen een petitie, vriend en vijand van de
publieke omroep kenschetsen deze stap als ‘onbegrijpelijk’ tot
‘bespottelijk’ en geven daaraan uiting tijdens een druk bezochte
manifestatie op Het Plein in Den Haag. De coalitie
gedraagt zich als gevangene van haar eigen besluit. Bijna
een jaar later lijkt de politieke wind te draaien, maar dat
neemt de onzekerheid vooralsnog niet weg.
Songfestival
Parallel aan zijn lange loopbaan bij de publieke omroep
vormt zijn passie voor muziek en cultuur een rode draad
in zijn leven, waaraan hij onder meer in verschillende
(bestuurs)functies vorm gaf. Gegrepen door het winnende
lied van Teddy Scholten (‘Een beetje’, 1959) raakt
hij verslingerd aan het Eurovisie Songfestival: “Het
maakte zo’n verpletterende indruk op me, dat ik er nooit
meer vanaf ben gekomen. Het is de spanning van de
competitie, zelf punten geven, kwaad worden als het
anders uitpakt en gezellig bij elkaar zijn met vrienden en familie.
Ik noem het ’t grootste familiespel dat je je
kunt voorstellen.”
Van 1987 tot 2005 is hij – met een
enkele onderbreking – de vaste commentaarstem bij de
jaarlijkse televisie-uitzending van het songfestival.
Degelijk, accuraat en met een groot gevoel voor timing. Daarnaast bemoeit hij zich in allerlei functies actief en ambitieus met de Nederlandse festivalorganisatie, soms tegen beter weten in.
“Ik heb altijd het idee: Nederland
kan beter. Of de artiesten kunnen beter, of het ligt aan de
componisten en de tekstdichters die niet meedoen.
De Zweden bijvoorbeeld hebben een soort beroepstrots.
Hun festivalliedjes staan altijd in de top-tien. Ze zien het
als een prestigeproject. Bij ons denk ik eerder: hoe is het
mogelijk dat dit door de selectie is gekomen?” Hij krijgt
met recht de bijnaam ‘Mister Songfestival’, hetgeen
soms zijn betekenis op heel andere terreinen, waar hij
minder in de schijnwerpers staat, ietwat overschaduwt.
Maar dat is ook de prijs die hij betaalt voor zijn eigen
enthousiasme: “Overal om je heen kookt de festivalkoorts,
je praat zo’n week over niets anders dan liedjes,
kansen en spanning. Alle details zijn levensgrote thema’s.
Het is veel ouderwets lachen om niks. Overdag
repetities bijwonen en ’s avonds langdurig de dansvloer
op, uit je bol gaan, wat je de rest van het jaar niet doet”,
hetgeen hij enkele jaren eerder relativeerde.
Willem van Beusekom zette bijna vier decennia lang in
verschillende functies een eigen stempel op de geschiedenis
van de publieke omroep, waarin hij zijn
rol als volgt typeerde: “Uiteindelijk, denk ik, ben ik
geworden wat ik wilde, maar dan op een ander terrein.
Ook in mijn huidige functie bij de NPS voel ik me vaak
een soort diplomaat in de politieke arena. Ik ben geen
ruziezoeker, geen intrigant, het zoeken naar overeenstemming
zit in de aard van het beestje.”